Alec Soth

Alec Soth geboren 1969, ( Minneapolis, Minnesota ) brak in 2004 internationaal door met zijn boek  Sleeping by the Mississippi , later volgden oa NIAGARA, Dog Days, Bogotá en The Last Days of W.

Voor zijn project Broken Manual ging fotograaf Alec Soth op zoek naar naar een groep mensen die zich afzondert van de maatschappij, zoekend naar eenzaamheid en verlichting. Deze individualisten hebben troost gevonden in het ongenaakbare. Ze leven in een woestijn, in een hutje, op een berg en in een grot.
Alec Soth staat bekend om zijn fascinerende portretten van groot formaat die de indrukwekkende weelde aan details zichtbaar maken, een neutraal frontaal standpunt en uitgebalanceerd licht. Hij treedt hun wereld niet zelfverzekerd tegemoet maar tast die voorzichtig af. Door zijn precieze werk maakt deze fotograaf schitterende beelden.

Website: http://alecsoth.com/photography/

Blog: http://littlebrownmushroom.wordpress.com/


 

Documentaire :

http://www.djbroadcast.nl/news/newsitem_id=5821/Video_Somewhere_to_Disappear.html

http://www.somewheretodisappearthefilm.com/

 

Seydou Keïta

Het werk van de Malinese fotograaf Seydou Keïta (Bamako, Mali 1921- Paris, France 2001) vond pas in de vroege jaren 90 zijn weg naar het (Westerse) publiek. Keïta was toen meer dan tien jaar met pensioen en had dus zijn hele oeuvre al bij mekaar gefotografeerd. De vroegste foto’s dateren uit de jaren 50 en brengen de samenleving van de stad Bamako in beeld.  
 Hij werd door zijn vader opgeleid als schrijnwerker maar hij kreeg in 1935 van een oom een Kodak Brownie cadeau. Later verwierf Keïta een grootformaat camera wat hem zeer gedetailleerde foto’s opleverde en hem de mogelijkheid bood om contactafdrukken te maken zonder daarbij een vergroter nodig te hebben.  
 Hij maakte vooral portretten in opdracht en hij liet zijn opdrachtgevers stereotiepposes overnemen uit Westerse magazines. We zien een trots volk met hun uitgedoste families en gebruik makend van een radio,  een klok of  ‘moderne’ objecten. Vaak zien we die attributen terugkeren en poseren de Afrikanen op hun paasbest tegen achtergronden van doeken met abstracte patronen.    Op die manier  toont Keïta tegelijkertijd een zelfbewuste Afrikaanse realiteit én een geïdealiseerd imago.  
Wat deze foto’s extra interessant maakt, is het feit dat Keïta vaak iets breder kadreerde dan we zouden verwachten. In een aantal beelden komt de setting in beeld omdat we zien waar de achtergronddoeken eindigen en de muur van de studio zichtbaar wordt. Op één van de foto’s zien we twee vrouwen en een meisje statig poseren voor een chique auto. Meer dan waarschijnlijk is er geen relatie tussen deze auto en de personen die er voor poseren maar Seydou Keïta vond dit de ideale setting om de geportretteerden meer dynamiek te geven. Net zoals de radio in Keïta’s studio, is de auto symbool voor rijkdom en vooruitgang. Door opnieuw het kader iets te ruim te nemen zien we rechts nog de arm en het halve lichaam van de eigenaar van de auto die bijna buiten beeld wacht tot de opname achter de rug is. In de reflectie van de auto is ook de fotograaf te zien.  Alles is echt en toch is het één grote constructie.

Website http://www.seydoukeitaphotographer.com/

 

 

 

 

Sally Mann

Alles aan de foto’s van Sally Mann (Lexington, VS 1951) ademt sfeer; of het nu de portretten van haar opgroeiende kinderen zijn, de natuur om haar heen of de dood en vergankelijkheid die ze op bijzondere wijze in beeld brengt.

Door te werken met technische camera’s en 19e-eeuwse fotografische processen krijgt haar werk een bijna tastbare authenticiteit. Haar unieke kijk op de wereld en de wijze waarop ze die weet te verbeelden, hebben haar één van de belangrijkste fotografen van de Verenigde Staten gemaakt.

Met de serie Immediate Family (1984 – 1994) wordt ze wereldberoemd. Tien jaar lang legt ze haar eigen kinderen vast op haar farm in Virginia, ze volgt hun ontwikkeling van kind naar puber, hoe ze zwemmen, spelen en opgroeien.

Voor de serie Deep South (1996 – 1998) gaat ze naar de zuidelijke staten, waar de geschiedenis en de Burgeroorlog alomtegenwoordig is. “Deze foto’s gaan over de rivieren van bloed, van tranen, van zweet die de Afrikaanse slaven achterlieten in de donkere grond van hun ondankbare nieuwe thuis”.

Van opgroeiende kinderen, de natuur en het aanwezige verleden, verlegt Sally Mann in de serie What Remains (2000 – 2004) haar focus naar dood en vergankelijkheid. Wanneer een voortvluchtige man zelfmoord pleegt op haar erf, raakt ze gefascineerd door het eeuwige proces waarin de natuur alles weer tot zich neemt en in normale staat terugbrengt. Ze graaft haar overleden windhond op om te fotograferen wat er nog van haar over is na 18 maanden onder de grond.

De serie Faces uit 2004 is een afsluiting na What Remains, waarmee Mann de cirkel weer rond maakt: gebruikmakend van het Collodionprocedé portretteert ze haar inmiddels volwassen kinderen.

Een groot aantal musea zijn in het bezit van haar werk, waaronder The Museum of Modern Art in New York.

Time Magazine riep haar in 2001 uit tot fotograaf van het jaar.

“One of the things my career as an artist might say to young artists is: the things that are close to you, are the things that you can photograph the best. And unless you photograph what you love, you’re not going to make good art.” – Sally Mann.

Website : http://sallymann.com/

Richard Billingham

Richard Billingham’s werk werd me bekend samen met dat van Nan Goldin. Beiden werden bekend in de jaren 90 en toonden foto’s van hun eigen omgeving vaak in snapshot of snapshot-achtige beelden.
En waar het bij Nan Goldin ging over haar excentrieke vrienden, fotografeerde Billingham zijn ouders.

Zonder terughoudendheid toonde Billingham het verval van zijn alcoholistische vader en kettingrokende moeder in een naargeestige setting in het boek ‘Ray’s laugh’.
Treffend in dit werk is langs de ene kant de karikatuur die Billingham schetst, maar tegelijk de ongelooflijke intimiteit die in de beelden vervat zit.

Grappig om weten is dat Billingham van opleiding schilder is en aanvankelijk begon te fotograferen als voorbereiding voor zijn schilderijen. Het publiek hield echter meer van zijn foto’s.

Lees zeker dit interview om meer te leren over zijn werk.

Lynne Cohen

De Canadese Lynne Cohen (1944 , Wisconsin ) fotografeert al meer dan dertig jaar interieurs. Haar stijl is onder te brengen in de hedendaagse fotografie zoals die van Thomas Struth, Andreas Gursky of Jeff Wall. Met een grote camera, die uiterst scherpe beelden oplevert, gaat ze op zoek naar bizarre, soms beangstigende plekken.

Cohen begon in de vroege jaren ’70 te fotograferen in de tijdsgeest van minimalisme en pop-art. Van opleiding was ze oorspronkelijk beeldhouwer maar al snel koos ze voor de fotografie omdat dat haar in staat stelde ín en mét de echte wereld te werken. Het sculptuur-gehalte is evenwel nooit ver weg in haar beelden: de verlaten plaatsen die ze fotografeert lijken geconstrueerde installaties. Toch zijn de interieurs allemaal echt. De zorgvuldige keuze van haar locaties en het strakke kader dat Cohen hanteert, bepaalt het onwerkelijke van deze foto‘s. Meestal gaat het om niet-publieke ruimtes die ze na lange onderhandelingen en briefschrijverij mag betreden.De ingrediënten van Cohens werk bleven de afgelopen 4 decennia nagenoeg hetzelfde: bizarre interieurs van private ruimtes waar vreemde artefacten de enige sporen zijn van menselijke activiteit. Eind jaren ’90 begon ze ook in kleur te werken. Een breuk in haar oeuvre betekende dit echter niet; de vaak intense kleurenfoto’s sluiten naadloos aan bij het oudere werk. Bovendien liet ze het werken in zwart-wit nooit los en haar tentoonstellingen bestaan meestal uit een mix van kleur en zwart-wit.
Cohen concentreert zich op onderzoeksruimten, klaslokalen, kuuroorden en  meer. Wat ze toont zijn uitgepuurde, schijnbaar neutrale registraties van de restanten van een zeer specifieke activiteit waarvan we de betekenis meestal niet meer kunnen ontcijferen. Dat maakt haar werk ongemeen absurd. De ‘objectieve’ en ‘serieuze’ benadering lijkt haaks te staan op het humoristische element in Cohens werk maar bepaalt precies de treffende spanning ervan. Zelf zegt ze: “Mijn werk ontstaat vanuit sociale en politieke beweegredenen maar er is geen concrete boodschap.

(Tekst: Bert Danckaert)

Website http://www.lynne-cohen.com/

 

Philip Lorca diCorcia

Philip Lorca diCorcia (1953) geboren te Hartford (USA) wonende en werkende in N.Y. Bekend om zijn straatfotografie neemt hij een eigenzinnige plaats in de hedendaagse fotografie. Hij opereert in de leemte tussen postmoderne fictie en documentaire fotografie.

Aan het begin van zijn carrière (eind jaren zeventig) plaatste hij zijn vrienden en familieleden op weloverwogen wijze in fictieve tableaus, veelal binnenshuis. Later richtte hij zijn blik ook naar buiten en fotografeerde hij onbekenden in een stedelijke omgeving (Berlijn, Calcutta, Hollywood, New York, Rome en Tokyo), waarbij hij door het gebruik van kunstlicht de dramatiek van zijn beelden vergrootte. Iedere serie van hem (Hustlers, Streetwork, Heads, A Storybook Life en Lucky 13) is een soort verkenning van zijn formele en conceptuele interesses.

Hij fotografeert vaak geënsceneerde situaties, maar je krijgt regelmatig het idee dat het model geen idee heeft dat hij of zij gefotografeerd wordt. Hierdoor krijg je een raar soort gevoel van voyeurisme. Centraal in deze staat zijn meest recente serie Lucky 13, waarin je telkens een paaldanseres in actie ziet tegen een neutraal zwarte achtergrond. Dit werk wordt gecombineerd met monumentale beelden uit de veelgeroemde serie Hustlers, een serie portretten van mannelijke prostituees in een stedelijke omgeving. Het psychisch beladen spel van kijken en bekeken en de complexiteit van de waarneming worden is een bindend de twee series met elkaar.

Philip is geen fotograaf die duizenden foto’s per jaar maakt, sterker nog zijn productie ligt enorm laag: hij maakt zo’n twaalf beelden per jaar. Elke foto is helemaal tot in detail uitgedacht. Hij maakt een script voor een bepaalde scène en zelfs de exacte werking van het licht en schaduw is wel overwogen.

Portfolio: http://www.thecollectiveshift.com/show/portfolio/diCorcia

 

Alessandra Sanguinetti

Wanneer de New Yorkse Magnum-fotograaf Alessandra Sanguinetti (1968) de reeks On the sixth day maakt over het boerenleven net buiten Buenos Aires, valt haar oog op twee opmerkelijke meisjes: de corpulente Guillermina en de tengere, androgyne Belinda. De twee nichtjes zijn tien en negen wanneer Sanguinetti hen begint te fotograferen. Vijf jaar lang volgt de fotograaf de opgroeiende meisjes die langzaam afscheid nemen van hun onbezorgde kindertijd en hun eerste stappen zetten in de wereld van volwassenen. The adventures of Guille and Belinda and the enigmatic meaning of their dreams is een ontroerende fotoreeks waarin plezier, fantasie, vriendschap en liefde een hoofdrol krijgen. Zo dicht op de huid van de meisjes resulteert in een innige relatie met het onderwerp, een kijk op die hun dromen en angsten naspelen die ze poëtische in scènes brengt.
Sanguinetti maakt de keuze om als Magnum fotografe de documentaire stijl achterwege te laten, geen rechthoekige kleinbeeldopnames in een traditioneel zwart-wit van de kinderen in hun rurale omgeving. Maar te kiezen voor vierkante foto’s in kleur en te focussen op de dromen, verlangens en verbeelding van de meisjes en maakt het van die reeks een heel ontroerend verhaal om naar te kijken.

http://alessandrasanguinetti.com/





Stefan Ruiz: Picture perfect

Aanleiding van deze post is de video die Kelly (co-auteur van dit blog) me super enthousiast doorstuurde.

Stefan Ruiz is een fotograaf wiens werk me altijd bekend was.
Ik doorbladerde, zonder zijn naam te kennen, verschillende keren boekjes met zijn foto’s erin.
Zijn werk is jullie zeker ook bekend, via het magazine ‘Colors’, waar hij een tijdje creatief directeur was.

Op zijn eigen site staat het zo:
“Stefan Ruiz was born in San Francisco, and studied painting and sculpture at the University of California (Santa Cruz) and the Accademia di Belle Arti (Venice, Italy). He took up photography while in West Africa, documenting Islam’s influence on traditional West African art. He taught art at San Quentin State Prison from 1992-1998, and began to work professionally as a photographer in 1994. He has worked editorially for magazines including Colors (for whom he was Creative Director, 2003-04), The New York Times Magazine, L’uomo Vogue, Wallpaper, The Guardian Weekend, Telegraph Magazine and Rolling Stone. His award winning advertising campaigns include Caterpillar, Camper, Diesel, Air France and Costume National.”

Zijn werk, hoewel vaak commercieel, overstijgt het commerciele en is eerder artistiek inhoudelijk.
En hij slaagt erin documentair te werken zonder in het typische zwart-wit of sociale fotografie te hervallen.
Iets ik behoorlijk jaloers op ben…

Op zijn site vind je meer.
Op zoek naar zijn fotoboeken? Kijk dan in onze shop-sectie.

Hier nog enkele shots…

Stephan Vanfleteren wint Duitse Henri Nannen Preis

In Hamburg ontving de fotograaf vrijdagavond de Henri Nannenprijs, een van Duitslands meest prestigieuze fotografieprijzen. Hij krijgt de onderscheiding ter waarde van 5.000 euro voor een zwart-wit reportage in het Zwitserse cultuurmagazine DU, waarin hij de tachtigjarige Franse illustrator-kunstenaar Tomi Ungerer in zijn atelier in Zuid-Ierland portretteerde.
“Voor de reportage ‘Es gibt was Neues hier seit gestern’ heb ik Ungerer vier dagen gevolgd. Het was erg uitzonderlijk dat we daarvoor toestemming kregen.”

Vanfleteren droeg de prijs op aan de onlangs in Libië omgekomen Tim Hetherington, die in diezelfde categorie genomineerd was. “Het voelde onwennig. Toen ik vernam dat hij overleden was, heb ik nog een brief geschreven opdat Hetherington automatisch de prijs zou krijgen. Maar de jury had voordien al in mijn voordeel beslist en kon de beslissing niet terugschroeven

België brengt heel wat interessante fotografen voort, VanfleterenDirk Braeckman en Carl De Keyzer hebben nationaal en internationaal hun verdiensten zowel op vlak van journalistieke fotografie als kunstfotografie. Stephan Vanfleteren (°1969) is van al deze fotografen misschien wel het bekendst bij het Belgische publiek. De kans is immers groot dat u zijn werk al in of op menig tijdschrift, reclameaffiche of platencover hebt gezien. Vanfleteren studeerde fotografie aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel. Aanvankelijk werkte hij voornamelijk voor de Vlaamse krant De Morgen, maar zijn werk verschijnt ook in magazines als Paris Match, Le Monde 2, Independent Magazine, Die Zeit, Knack, Humo en Volkskrant Magazine

Website van Vanfleteren

 

Jan Kempenaers

Op het eerste zicht lijkt de landschapsfotografie van Jan Kempenaers rechtlijnig fotografisch, maar hoe langer je kijkt, hoe meer de beelden zich ontvouwen als conceptueel en hoe minder als louter optisch. Zijn foto’s zijn veel meer dan dagdagelijkse, picturale ideogrammen. Het zijn krachtige, gedempte beelden van semi-urbane plaatsen die met kracht de postindustriële conditie bevestigen en de getechnologiseerde mens in om het even wat voor geografische omgeving tonen.

De laatste weken gaan de beelden van Kempenaers de wereld rond in blogs. Meestal zonder naamsvermelding. Voor de blogs zijn het de monumenten die  show stelen. Voor ons zijn het de composities en de visie van de fotograaf die de show stelen. Zonder zijn bewuste keuzes waren de monumenten nooit zo mooi geworden.

Jan Kempenaers doctoreert momenteel aan KASK.
Je kan de rest van zijn werk ontdekken op jankempenaers.info
Of je kan het fotoboek kopen op [amazon_link id=”9077459502″ target=”_blank” Amazon[/amazon_link]